2024 was een rampzalig jaar vanwege de slakken. Nu was dat voor ons niet zo erg, want 2024 was voor ons vooral een jaar van experimenten. Dus wat hebben we bereikt in dat jaar?
We hadden een start gemaakt met de beplanting van de vijver. In de vijver vooral krabbescheer, pijlkruid en waterlelies, rondom de vijver kattenstaart, valeriaan, irissen en nog een aantal bodembedekkers zoals mazus en ajuga reptans. Deels met behulp van het Vijverboek van Ada Hofman en de foto’s van planten als ontwerp gepropt in Excel. Het idee was dit:

Dit jaar heb ik heel veel astilbe en ook nog wat moerasspirea er bij kunnen planten. Gekregen van een dierbare vriendin en dat maakt deze planten natuurlijk nog mooier dan ze van zichzelf al zijn. De astilbe laat ik op verschillende plekken terugkomen, zodat er verbinding ontstaat tussen de verschillende planten.
De valeriaan is inmiddels echt omhoog geschoten, het duizendblad is zich lekker aan het vermeerderen en ook de irissen zijn niet meer van die ielige polletjes.


Ook de planten in de vijver lijken het goed te doen. Overal in het water zie ik de krabbenscheer en het pijlkruid duikt langs de waterkant op. Alleen de fijne waterranonkel en de moerasvergeetmenietjes zie ik niet terug en ook de pinksterbloemen zie ik nog niet, maar misschien komt dat nog. Intussen maak ik voorzichtig hier en daar de vijver schoon, knip wat oud blad weg en wied wat onkruid. Ik doe dat heel voorzichtig, want de vijver zit vol diertjes, van schaatsenrijdertjes tot watertorretjes en spinnetjes, maar ook heel veel kikkertjes en salamandertjes. De vijver wordt dus steeds mooier, ondanks het onkruid en stiekem hoop ik er alvast op dat ik volgend jaar voorzichtig wat plantjes kan vermeerderen, zodat ik voor weinig geld de beplanting kan uitbreiden.
Volgende maand plaats ik een foto van de vijver, hopelijk met de irissen in bloei. Komende week: de eerste diertjes op ons land. En intussen ben ik ontzettend druk met de moestuin, dus dat volgt na de diertjes.